Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd met alleen de stam van het werkwoord, de stam + t of het hele werkwoord. Meestal kun je goed horen wat je moet schrijven. Alleen als de stam op een d eindigt, moet je goed opletten, bijvoorbeeld met vinden. Als het onderwerp hij is, schrijf je stam + t = vind + t = Hij vindt iets. Gevonden op https://www.braint.nl/taalgids/werkwoordspelling/tegenwoordige-tijd.html
Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd met alleen de stam van het werkwoord, de stam + t of het hele werkwoord. Meestal kun je goed horen wat je moet schrijven. Alleen als de stam op een d eindigt, moet je goed opletten, bijvoorbeeld met vinden. Als het onderwerp hij is, schrijf je stam + t = vind + t = Hij vindt iets. Gevonden op https://www.braint.nl/taalgids/werkwoordspelling/tegenwoordige-tijd.html